Dezelfde oude Retrospectives? Hier zijn enkele enge statistieken: 91% van de werknemers geeft toe dat ze hebben gedagdroomd tijdens vergaderingen. Nog eens 39% geeft toe dat ze zelfs zijn ingedommeld. Succesvolle agile Retrospectives vereisen dat je hele team betrokken is bij het gesprek. Maar als je keer op keer hetzelfde Retrospective format gebruikt, is de kans veel groter dat ze op de automatische piloot gaan. Het is tijd voor verandering.
Onze emoties lokaliseren kan krachtig zijn, en dat is precies wat deze Retrospective tool van je agile teamleden vraagt. Iedereen neemt de tijd om zijn observaties over de laatste sprint op post its te schrijven en in een kolom te plaatsen op basis van hoe die observatie hen laat voelen: boos, verdrietig of blij.
Je kunt dit template gebruiken: Mad, Sad, Glad
De vier L’s staan voor Liked, Learned, Lacked, Longed for. Jij en je scrumteam concentreren je op één L tegelijk en brainstormen vervolgens over elementen van de vorige sprint die in die categorie passen. Wat vond je leuk aan je laatste sprint? Wat heb je geleerd? Wat ging er mis (wat betekent: wat miste je)? Je snapt het idee. Deze ogenschijnlijk simpele vragen kunnen een goed gesprek inspireren en veel bevindingen onthullen die je kunt gebruiken om je volgende sprint te verbeteren.
Gebruik deze template: 4L’s
Dit format daagt jouw team uit om verder te kijken. Je team zal brainstormen over observaties van de sprint die in de volgende vijf categorieën vallen (zoals de vijf punten van een zeester): Wat moeten we blijven doen? Waar moeten we minder van doen? Waar moeten we meer van doen? Waar moeten we mee stoppen? Waar moeten we mee starten? Net als bij de meeste andere Retrospective ideeën groepeer je vergelijkbare thema’s en beslis je welke actie tijdens de volgende wordt genomen.
Met deze retrospectieve techniek verdeel je je whiteboard in vier gebieden: Keep, Add, Less, More. Jij en je team zullen reflecteren op je vorige sprint en ideeën en observaties genereren om op het bord te plaatsen:
Keep: Iets wat het team goed doet en zou moeten blijven doen. Add: Iets nieuws dat het team in de volgende sprint moet opnemen. Less: Iets wat niet zo goed gaat, en waar je minder van zou moeten doen. More: Iets wat waarde toevoegt aan het team, en meer van moet doen.
De bovenstaande oefeningen helpen je team om bij elkaar in te checken, hun laatste sprint te evalueren, dieper in te gaan op de hoofdoorzaken en actiepunten te verzamelen om de volgende sprint nóg beter te maken.