De letterlijke vertaling van Increment is ‘verhoging’. Binnen Scrum wordt het gebruikt om een verhoogde waarde te leveren aan de klant. Het is één van de drie Artifacts in het Scrum Framework.
Een increment is het deelproduct dat wordt opgeleverd aan het einde van een Sprint. Het is hetgeen dat tijdens de Sprint Review aan de klant wordt getoond. Met andere woorden: een mijlpaal in de reis richting het eindproduct.
Om dit concept goed uit te leggen moeten we de vergelijking maken met traditioneel projectmanagent of de ‘waterval’ methode. In het traditionele projectmanagement ontvangt een opdrachtgever aan het einde van een project het gehele product op basis van de voorwaarden die aan het begin van de rit zijn opgesteld. Bij Agile werken worden stapsgewijs deelproducten geleverd die tussentijds worden getoetst aan de wensen van de klant en daarmee ook recente ontwikkelingen in de markt meenemen. Zo levert Agile een eindproduct op dat voldoet aan de verwachtingen van de klant in plaats een product dat voldeed aan de eisen die de klant destijds heeft geleverd. De onderliggende aanname is dat de wereld in de tussentijd veranderd en dat de klant nieuwe ideeën ontwikkelt over het product.
Er zijn wel een aantal criteria aan deze Artifact verbonden:
Er is een bekend misverstand waarbij er vooral vanuit traditioneel projectmanagement mensen incrementeel gaan werken. Hierbij betekent incrementeel dat ze in sprints werken van 2 tot 4 weken. Hoewel de 2 tot 4 weken inderdaad volgens het Scrum Framework een effectieve duur is voor je Sprint, is het doel erachter niet om zomaar een procedure te hebben. Incrementeel werken betekent namelijk niet per se dat je in Sprints werkt, maar dat je iedere Sprint een Increment oplevert die van waarde is voor je klant of project. Het inrichten van de structuur van een Sprint is makkelijk, daarentegen is het vasthouden van de mindset en de intentie ervan moeilijk.
Een Increment stelt een Scrum team er toe in staat om iedere Sprint samen met de klant te kijken naar wat voor waarde ze geleverd hebben en vormt de fundering voor kennisuitwisseling over het eindproduct dat het Scrum team en de klant gezamenlijk willen creëren. Los van Increment zijn er nog twee Artifacts die helpen bij Inspection en Adaption.
De drie artifacts zijn de Product Backlog, de Sprint Backlog en het Increment. Allemaal zijn het voorwerpen die het Scrum Team in staat stellen om transparant en voorspelbaar te zijn. Ze geven alle drie namelijk antwoord op een belangrijke vraag. Respectievelijk: “Wat moet er gedaan worden om het eindproduct te realiseren?”, “Wat moet er deze sprint gedaan worden?” en “Wat is er aan het eind van deze sprint opgeleverd?”. Artifacts zijn dus heel waardevol om Agile te zijn binnen het Scrum Framework. En Increment is er één van van deze Artifacts.
Heb jij moeite met het definiëren van een Increment? Ken je misschien een team dat incrementeel/iteratief werkt, maar niet iedere Sprint iets oplevert? Help ons om hen te helpen en neem contact op met één van onze Agile specialisten.